Gas - NL

De Nederlandse economie drijft op de aardgasbel uit Slochteren. De helft van onze nationale toptien aan export producten zoals bloemen, kippen en tomaten zitten er warmpjes bij dankzij aardgasenergie.1 Echter; volgens recente schattingen is de aardgasbel binnen 25 jaar uitgeput.2

Vanuit overheidswegen wordt getracht het energieverbruik te beperken met energie prestatie normen(EPN) en isolatie subsidies en wordt het gebruik van groene, duurzame energievormen gepromoot. De werkelijke energiereserves en de gevolgen voor het milieu en klimaat van fossiele brandstoffen spelen hierbij de belangrijkste rol. Maar binnen Europees verband zijn bruinkool, steenkool en kernenergie nog de belangrijkste energievormen.

Nederland is de afgelopen millennia ontwikkeld dankzij de beschikbaarheid van verschillende energiebronnen. Windenergie lag ten grondslag aan de grootschalige droogmakerijen en de polderbemaling. Turf als brandstof leidde tot de grootschalige veen afgravingen. De komst va aardolie maakte Nederland mobiel en maakte grootschalige logistieke netwerk van pijpleidingen, energiecentrales, opslag en voorraadcentra noodzakelijk. Met de introductie van aardgas is de Nederlandse samenleving omgeschakeld van een agrarische naar een dienstverlenende maatschappij. De welvaartsontwikkelingen gingen gepaard met een explosieve toename in het energieverbruik en leidde tot specifieke gebouwtypen.

De Nederlandse gasbel maar ook andere fossiele brandstoffen zijn binnen afzienbare tijd eindig. Wat zijn denkbare ontwikkelingsscenario's? Schakelen we terug naar onze nationale bronnen of boren we nieuwe aan als aardwarmte, zonenergie, windenergie en biomassa? Welk effect heeft dit op de gebouwtypologie en de inrichting van het landschap? Kan de landbouw zich gaan toe leggen op energiegewassen? Wordt de Nederlandse rivierendelta onze waterkrachtcentrale van de toekomst? Moet Nederland bij de laatste zucht aardgas weer volledig op de schop?

1 OESO/Porter en TNO beleidsstudies, 1992
2 Energie in cijfers, 2001

"Wordt de Nederlandse rivierendelta onze waterkrachtcentrale van de toekomst?"

Opdrachtgever: Academie van bouwkunst Rotterdam, 2002
Project: Onderzoek naar de toekomst van de energievoorzieningen van Nederland
Planning: onderzoeksatelier 2003, publicatie 2004
Externe Deskundige: Ton Matton (Mattonoffice)
Sprekers: Peter Aubert (Ministrie van Economische zaken), Ewald Breunesse (Shell Nederland), Henk Visser (Essent), Hugo Gordijn (RPB), Andre Faaij (Universiteit van Utrecht), Jan Schouw (CEA)